De Stichting Herdenking Afschaffing Slavernij Breda (HASB) heeft de wens geuit om een kunstwerk te realiseren voor de herdenking van de afschaffing van de slavernij. Belangrijk doel is om te zorgen voor een grotere bewustwording over slavernij en de omvang daarvan. HASB werkt hiervoor samen met de gemeente Breda, het Stedelijk Museum Breda en Stadsarchief Breda.
In mei is zes kunstenaars gevraagd met een eerste visie op dit kunstwerk te komen. Het resultaat is de tentoonstelling ’Voortschrijdend Inzicht’ die wethouder Marike de Nobel zaterdag (8 juli) om 16 uur opent. Wethouder cultuur en erfgoed, Marike de Nobel: “Hoewel we weten dat het Bredase gemeentebestuur vroeger geen geld had om te investeren in slavernij weten we wel dat er in Breda mensen en organisaties zijn geweest die dit wel hebben gedaan. Het is daarom belangrijk om aandacht te vragen voor de donkere bladzijden van onze geschiedenis. Met een kunstwerk krijgt het onderwerp blijvende aandacht in Breda.”
Eerste visie
Het proces om tot een kunstwerk te komen wordt gefaseerd aangepakt. Deze zomer, wanneer het 150 jaar geleden is dat Nederland de slavernij afschafte, zijn zes kunstenaars uitgenodigd om een eerste visie te presenteren. De kunstenaars Leonardiansyah Allenda, Yair Callender, Raquel van Haver, Domenique Himmelsbach de Vries, Nokukhanya Langa en Boetje Pattirane presenteren hun visie tijdens de tentoonstelling ‘Voortschrijdend Inzicht’. De visies van de kunstenaars blikken terug én vooruit. De tentoonstelling wordt zaterdag (8 juli) om 16 uur geopend in de expositieruimte bij het filmhuis in Breda Botanique. Van medio september tot medio oktober verhuist de tentoonstelling naar het Chassétheater. In het Stedelijk Museum Breda zal gedurende deze periode een thema avond worden georganiseerd. De datum hiervan volgt nog.
Bewustwording
Belangrijk doel van het uiteindelijke kunstwerk is een grotere bewustwording over het slavernijverleden van onze stad te creëren. En aandacht te vragen voor deHet kunstwerk is bedoeld als plek om te herdenken en om samen te komen. Over de exacte locatie is op dit moment nog geen besluit genomen. In eerste instantie wordt gedacht aan een plek in een nieuw te ontwikkelen stadspark in Breda. Het kunstwerk wordt in 2024 / 2025 gerealiseerd. Uit de zes deelnemers wordt een selectie gemaakt van kunstenaars die later een schetsontwerp kunnen ontwikkelen voor het kunstwerk. Het idee is om ook inwoners van Breda te betrekken bij de definitieve keuze.
Slavernijverleden
Breda was weliswaar geen handelsstad of kamer van de Verenigde Oost Indische Compagnie of de West Indische Compagnie, maar heeft net als andere middelgrote steden een geschiedenis op dit gebied. Ook hier hebben eigenaren van plantages gewoond. Zo was Kwatta een plantage in Suriname van Bredase eigenaren. Na de afschaffing van de slavernij werd de Kwatta chocoladefabriek in Breda gevestigd. Het familiekapitaal van de ondernemersfamilie is voor een aanzienlijk deel verdiend met slavenplantages in Suriname. Een ander gegeven in relatie tot slavernij is De Vrede van Breda. Deze overeenkomst werd in 1667 in het Nassaukasteel in Breda ondertekend door de Republiek der Nederlanden en Charles II van Engeland en betekende het einde van de tweede Engelse Zeeoorlog. In het verdrag werd afgesproken dat de Republiek der Nederlanden Suriname zou behouden. Net als de Bovenwindse eilanden, het Molukse eiland Run en een aantal forten aan de kust van West-Afrika. Deze forten waren nodig voor de slavenhandel. De Vrede van Breda had als gevolg dat de slavenhandel door zowel de Republiek der Nederlanden als Engeland door kon groeien. Het Stadsarchief Breda zal in de toekomst verder onderzoek doen naar het slavernijverleden in Breda.